PRENSA

EUGENIO GARCIA, BEDENKER VAN DE NO-CAMPAGNE, OVER NO TOEN EN NU

7 de febrero de 2013

De hoofdrol van Gael García Bernal in Pablo Larraíns NO is gebaseerd op reclameman Eugenio Garcia, die in ’88 de Chilenen met regenbogen en optimisme overhaalde tot een ‘NEE’ aan Pinochet. We spraken het brein achter de succescampagne op IFFR over die tijd, optimisme en een ziek volk.

Binnenslands zal Eugenio Garcia wel gewend zijn aan het heldendom: in 1988 bedacht hij de campagne die een meerderheid van het Chileense volk tegen dictator Pinochet deed stemmen. Sinds de release van NO wordt Garcia ook op filmfestivals langs bewonderende journalisten geloodst om zijn verhaal te doen. Het verhaal van een filosoof die als reclameman de kans kreeg de oppositie een stem te geven. Een kans die tot een loeispannende campagnetijd leidde en onderwerp is van het laatste deel van Pablo Larraíns Chili-trilogie: het Oscargenomineerde NO, met Gael García Bernal in de hoofdrol.

De idealistische reclameman is zijn taak nog niet beu: Garcia gaat met een brede glimlach zitten en rakelt eind jaren tachtig nog eens op. Zijn engels is houterig, maar hij zet bij elke hapering door om het juiste woord te vinden. Garcia, die tegenwoordig een concept-designbureau heeft, is trots op Chili, trots op de winst en trots dat zijn strijd een film waardig zou blijken.

Bang

Waar de NO-campagne ten tijde van het referendum elke dag 15 minuten zendtijd kreeg, hadden SI en Pinochet de jaren ervoor alle zendtijd tot hun beschikking. Het belangrijkste idee van de reclameman in NO (die in de film René Saveedra heet) is dat hij met positiviteit en regenbogen in reclametaal het volk over wil halen – iets dat in de communicatie van oppositie van toen volkomen nieuw was. Het idee komt bij Garcia vandaan.

Waarom geloofde je dat mensen eerder gemotiveerd zouden raken door optimisme dan door de waarheid?

‘Ik studeerde filosofie toentertijd, en er zijn zo veel manieren om de waarheid te begrijpen. We bedachten een propositie; de mensen in Chili waren bang. Allemaal. De Pinochet-supporters, omdat ze het communisme of marxisme vreesden, en de wraak die hen zou kunnen treffen als NO zou winnen. De oppositie was bang dat Pinochet spijt zou krijgen en terugkeren naar de martelingen. We hebben het over een maatschappij die ziek is van de angst. Met een ziek persoon kun je niet normaal spreken. Je moet met tederheid spreken, met optimisme over de toekomst. Als we op onze eigen gevoelens afgingen hadden we een campagne uit woede gemaakt, woede tegen de brutaliteiten van Pinochet. Maar zoals die wolk daar openbreekt (wijst naar buiten en lacht)… dát was volgens ons de correcte metafoor. Er waren vijftien jaar wolken geweest en we hadden zon nodig.’

Denkt u dat mensen eerder gemotiveerd raken door emotie dan door informatie?

‘Absoluut. Informatie vloeit weg, het gaat van mond tot mond. Mensen wisten wat er was gebeurd. We hoefden dat niet opnieuw te vertellen. We moesten een ethiek creëren, een esthetica voor de nieuwe wereld die er zou kunnen zijn als NO zou winnen. De campagne ging niet alleen om optimisme, niet over wraak of informatie, maar over die ethiek: iedereen samen, samenleven ondanks onze verschillen. En het bleek mogelijk. Onze wapens neer te leggen om te praten.’

Dus mensen handelden naar de belofte, in plaats van naar de onrechtvaardigheid?

‘Ja. Wanneer je de macht niet hebt is het onmogelijk om rechtvaardigheid te brengen. Mensen waren gemotiveerd door de belofte van vrijheid. Tijdens Pinochet was er geen vrijheid, voor niets.’

Waren er mensen die het u kwalijk namen dat u niets van de verschrikkingen wilde laten zien?

‘Aanvankelijk wel, ja. Maar de campagne werd al snel zo populair, dat op de tweede of derde dag, iedereen al merkte dat dit de mensen raakte. Op de eerste dag al sloeg het in als een bom: er waren vijftien jaren voorbijgegaan zonder een stem voor de oppositie.’

De campagne was gericht op de toekomst. Was u ooit bang dat de dingen die u voor die toekomst voorstelde, de ballerina’s, het paardrijden, de regenbogen, geen waarheid zouden worden?

‘Zeker wel. Maar we wisten wel dat het waarheid zou worden op het moment dat de regering het nieuws bracht dat NO gewonnen had. De campagne wakkerde een sentiment aan. Het was een gespleten land, dat al twintig jaar vocht voor Pinochet kwam. De juiste energie bestond slechts in de dromen van een aantal mensen.’

Concentreerde de SI-campagne zich meer op angst?

‘Ja. Onze campagne ging over onze gevoelens. Chili was altijd een democatisch land geweest. Onze oma’s spraken van ‘de democratie’. Wij waren goede mensen, Pinochet was de anomalie. Het hoorde niet in de traditie van Chili, niet in het gezonde verstand van de Chilenen. Daaraan herinnerden we mensen met onze campagne. Er straalde plezier van af, ja, maar de andere gevoelens zaten er ook in. In de film zie je een clip waar een politieagent een demonstrant slaat: dát is de ethiek van onze campagne. Het clipje zegt: deze man is Chileen, de politieagent ook. De een wil vrede, de ander ook. Het laat zien dat er met een redelijke oplossing een plek kan zijn voor iedereen. Pinochet-supporters of oppositie, iedereen zou kunnen meedoen. De echte campagne is gericht op democratie, niet enkel op het verslaan van Pinochet. We wilden een land van mogelijkheden zijn.’

‘Reclamemannetje’

In een typische reclameman zoek je misschien niet meteen een politiek activist. Wel in Eugenio Garcia en het op hem gebaseerde karakter René in NO: juist door Pinochet raakten linkse intellectuelen en opponenten van het regime op onverwachte plekken, bijvoorbeeld in de reclamebusiness, verzeild. Ook Eugenio Garcia zag zo zijn kans schoon zijn bijdrage te leveren aan de strijd.

Je maakte handig gebruik van de reclametaal, die wel tot de dictatuur doorgedrongen was.

‘Het idee van reclame is Amerikaans, zoals de filosofie Grieks is. Chili was dan wel geen democratie, economisch was het totaal liberaal. Pinochet opende de markt en verwoestte de nationale economie. Dat systeem hebben we gebruikt.’

Wat waren uw zorgen in de voorbereiding van de campagne?

‘Mijn grootste zorg was klanten te verliezen. Ik bezat het reclamebureau en al mijn klanten waren Pinochet-aanhangers. Mensen met grote bedrijven. De oppositie was niet geliefd in die wereld. Maar ik raakte niemand kwijt.’

Hoe kwam je als tegenstander van het regime in die wereld terecht?

‘Dat heeft te maken met mijn achtergrond. Ik was al tegenstander van Pinochet sinds de staking van ’73. Mijn familie was een aanhanger van Allendes regering en er was een lange traditie van linkse sympathieën in onze familie. Mijn zus werd verbannen naar Chili, zij was een activiste. Mijn vader en broer verloren hun banen toen Pinochet aan de macht kwam. Mijn vader werkte als advocaat bij een staatsbank en mijn broer als redacteur bij een nationale uitgever. Ze werden zó aan de kant geschoven. Mijn werk deed ik ook vanwege Pinochet. Veel mensen die geesteswetenschappen studeerden, kwamen nergens aan het werk. De universiteit was repressief, bestuurd door militaire kolonels. Alle mensen die daar vandaan kwamen gingen maar in de reclame aan de slag, als copywriters, filmmakers; die mensen maakten de NO-campagne.’

Deed je het ook voor je familie?

‘Zeker. Het was mijn beurt iets te doen tegen Pinochet. Ik kon mijn professionele kennis gebruiken om het te doen. Het was ook een eer, het was ontzettend spannend voor mij. Daarna heb ik mijn reclamebedrijf wel verkocht. Er zat geen uitdaging meer in.’

Voelde het nooit alsof je maar raadde naar de toekomst?

‘Ja, maar het is goed om te gokken. De campagne draaide om verandering, van het land en levens, ook het mijne. Als het fruit – ehm… hoe noem je dat? – rijp is, moet je oogsten. Ik studeerde filosofie in de franse traditie, en nu stond ik hier reclame te maken voor pasta!’

Toen en nu

In NO worden echte campagnebeelden en commercials uit ‘88 gecombineerd met nieuwe beelden. Niet voor niets koos regisseur Larraín ervoor zijn film op 3:4 te schieten op U-matic camera’s. Oud en nieuw lopen naadloos in elkaar over. Ook Garcia werd moeiteloos mee teruggenomen naar de eighties.

Ook de campagnebeelden van SI zijn echt.

‘Ja, dat zijn echte beelden, verschrikkelijk hè? (lacht) Maar ze konden ons niet kopiëren. De campagne reflecteerde de ethiek van de makers. De ethiek van de SI-campagne was door en door Pinochet.’

Hoe ervaart u de manier waarop de situatie van toen in de film wordt geschetst?

‘Ik denk dat de film het idee goed overbrengt. Voor mij is het heel emotioneel. Ik herinner me dingen die ik was vergeten. Je maakt een verhaal van elke periode dat je opslaat in je geheugen, met bepaalde coördinaten, een uitleg van dat moment. Maar als een andere man, uit een andere generatie, die geschiedenis ziet, zal hij het op een andere manier reconstrueren. Het is voor mij heel emotioneel het verhaal dat ik leefde op die nieuwe manier verteld te zien.’

Voelt het als een beetje rechtvaardigheid, deze film?

‘Ik verwacht geen rechtvaardigheid. Ik heb mijn werk gedaan. De film is een geschenk.’

Fuente: Cineville